Hij is vaste vrijwilliger van het team dat in november persoonlijk de uitnodigingen voor het ophalen van de hulpgoederen bij de families thuisbezorgt. In die hoedanigheid wordt Sjef Goërtz keer op keer geconfronteerd met het echte Roemenië. Hij vertoeft meer dan drie weken tussen de families. Een goede manier om eens even achter de façades te kijken. Met zijn heel eigen, humoristische kijk op het leven in Roemenië weet hij daar erg smakelijk over te vertellen.
Waarschuwing: wat op de fles staat, zit er niet altijd in !
Elk jaar opnieuw blijkt een aantal mensen overleden kort voordat we in november aan onze jaarlijkse ronde beginnen.
Levert iedere keer weer vervelende, vaak pijnlijke momenten wanneer je met een blij gemoed aanklopt - je komt per slot van rekening weer met een leuk bericht - en vervolgens het droeve nieuws te horen krijgt.
Deze keer betrof het zowel Mihai uit Sacadat als Rebecca uit de Maistrului, Mihai's ex, maar de laatste jaren z'n beste vriendin.
Beide bleken vrij kort na elkaar overleden te zijn. Een droevige samenloop in een welhaast klassiek drama !
Van Rebecca's overlijden hoorden we aan de voordeur, van haar dochter. Van Mihai's via via.
Bij Mihai gingen we al jaren niet meer langs met de uitnodiging voor z'n pakket. Had immers totaal geen zin, want hij was al sinds lange tijd fysiek niet meer in staat om het zelf te komen ophalen. We hielden zíjn dozen altijd apart en brachten die bij hem langs op zondag, de dag nà de uitgifte. Vanaf de Lunga het lange pad omhoog. Wel weer of geen weer: soms in de stromende regen door enkel-diepe modder, soms bij -15 graden door knie-hoge sneeuw, soms bij + 20 graden.
Hoefde dit keer niet meer, want volgens de berichten was Mihai met longontsteking in het ziekenhuis opgenomen, daar niet meer levend uitgekomen en inmiddels, zoals hij gewenst had, in z'n geboortedorp begraven, ergens ver buiten de provincie.
Z'n uitwonende dochters hadden z'n stukje land inmiddels verkocht. Moet aannemen dat de nieuwe eigenaar totaal niet geïnteresseerd was in de schamele opstallen, want toen ik er langs liep, zag ik dat hij al een aftandse caravan had geplaatst - waarschijnlijk voor weekend-verblijf - , dat Mihai's 2,5 x 3 mtr-residentie nu dienst deed als schuurtje en dat Mihai's schuurtje was gesloopt. De opstanden hadden kennelijk wél z'n bijzondere interesse, want Mihai's pruimenboompjes waren al vakkundig gesnoeid. Overigens stelde ik met verbazing vast dat het graf van Mihai's tweede vrouw aan de rand van het perceel nog geheel en al intact was. Verplichting in het koopcontract ? (Komende november weer eens poolshoogte nemen !)
Het verhaal van Rebecca's dood was bepaald bizar, en daardoor wel extra triest.
Dat verhaal wil dat zij op een avond na het schoonvegen van het terras van de Tampa-bar een door jongelui daar achtergelaten, nog halfvolle frisdrank-fles had aangezien voor een nog halfvolle fles frisdrank en die aan de mond had gezet. De fles bleek evenwel niet de verwachte frisdrank, maar een of andere bijtende vloeistof te bevatten; accu-vloeistof werd er gezegd. Die verbrandde haar luchtpijp en slokdarm en beschadigde longen en maag nagenoeg onherstelbaar. In het ziekenhuis kon niemand meer iets voor haar doen. Ze bleek niet meer te redden. Heeft nog weken lang thuis gelegen, met helse pijnen. Kon niets meer eten en amper nog ademhalen. Kwam ten slotte aan haar eind op een wijze die je niemand toewenst.
Het bericht van Rebecca's overlijden bracht een ware schok teweeg bij de inwoners van Sovata. Iedereen kende haar als Rebi, dat kleine, kromgebogen vrouwtje met haar typische bezempje dat van 's morgens vroeg tot 's avonds laat voortschuifelde in haar oranje of gele fluorescerende hesje - van de Connexxion-chauffeurs gekregen - , altijd druk in de weer, de straten en stoepen in de omgeving van haar huisje aan de Maistrului vegend, papier en plastic, peuken en blikjes rapend, en tussendoor nieuws uitwisselend met iedereen die voorbij kwam.
Op de dag van de pakketten-uitgifte was zij altijd prominent aanwezig, druk babbelend in zichzelf - in 2009 dus voor het laatst, met een geel hesje over haar winterjas, uitnodiging in de hand, vrolijk rondkijkend, naar iedereen glimlachend, geduldig op haar beurt wachtend, zichtbaar blij niet alleen voor zichzelf, maar ook voor de andere wachtenden omdat ook zij weer in de prijzen waren gevallen.
Ik hoorde dat de belangstelling bij haar uitvaart uitzonderlijk groot was geweest. De kerk schijnt tot de nok toe volgezeten te hebben met mensen die nu juist háár de laatste eer wilden bewijzen, als dankbetuiging en uit respect omdat zij nooit een begrafenis van anderen, wie het ook was, had overgeslagen.
Bijzonder was ook dat de plaatselijke krant haar herdacht met een zeer speciaal "in memoriam".
M. had het artikel uitgeknipt en voor mij bewaard. Zs. heeft het voor me in het Engels vertaald .
De tekst is als volgt:
"Rebi is heengegaan.
Onze stad heeft een kleurrijk mens verloren.
We zullen haar gaan missen. Ik in ieder geval wél.
Ik zal verdrietiger worden nu ze er niet meer is.
Zag ik haar rondsjokken met dat attribuut, dat zo kenmerkend voor haar was: haar bezempje van sorghum (zo'n typische bezem, gemaakt van de stengels van een bepaald soort gierstplant), voelde ik me onmiddellijk beter. In de chaos van onze hectische wereld was zij steeds de constante factor, die nooit veranderde. Ze was gisteren dezelfde als vandaag, en ik was er zeker van dat ze ook morgen dezelfde zou zijn. Ze gaf me dat veilige gevoel van continuïteit. Ze bracht me rust en vredige kalmte. Altijd vertelde ze me wel iets dat me opbeurde, blij maakte.
Alhoewel, ze vertelde nooit grappige, maar eerder droevige verhalen, zoals:
“Meneer de secretaris ! Meneer de secretaris, weet U al wie er overleden is ?”
“Nee, geen idee, Rebi, maar jij gaat het me nu vast vertellen.”
“Het zijn er twee. Die ene, die dáár zo woonde, u weet het wel, u kent hem, hij was nog niet eens zo vreselijk oud. En die andere, die in die en die straat woonde, ..... maar daarvan weet ik het niet zeker...”
“Hoezo, Rebi. Wat bedoel je met: ik weet het niet zeker ? Is-ie nou wel of niet dood ?"
“Nou, ze zeggen dat-ie dood is, maar…”
“Wat "maar", Rebi ?”
“Nou, ik heb ook gehoord dat het niet waar zou zijn .....”
“Wel, Rebi, als je het niet zeker weet, dan is het inderdaad niet zeker. “
En, inderdaad, het klopte. Twee dagen later kwam ik op straat de persoon in kwestie tegen. Ik heb hem goed in me opgenomen. Hij verkeerde weliswaar niet in een super-conditie, maar het was 'm, levend en wel !
Rebi had een speciale band met de dood en de sterfelijkheid. Ze ging geregeld naar avondwaken en begrafenissen. Ze beschouwde elke overledene als haar eigen overledene.
Ze voelde zich er intens bij betrokken, en het kan goed zijn dat ze ook over hen heeft gerouwd.
Als een wandelende advertentierubriek verspreidde ze het bericht van iemands overlijden altijd als eerste, waar ze ook maar kwam.
Ik ben naar de avondwake gegaan die voor haar geregeld was.
Ik wilde nog één keer haar gezicht zien, een gezicht dat al door de dood was gevormd. Het was bleek, en al een beetje als van was, maar ik herkende nog heel goed de bekende, vertrouwde trekken. Ik voelde nog één keer die vertrouwde rust en vredigheid die ze me altijd had laten voelen.
Ze is nog steeds dezelfde die zij altijd was, dacht ik nog.
Zou ze tegen me hebben gepraat toen ik over haar heen gebogen stond, zou ik zeker te horen hebben gekregen:
“Meneer de secretaris, meneer de secretaris, weet u wie er overleden is ?”
Het zou me niet verbaasd hebben. Ik zou zelfs als vanzelfsprekend geantwoord hebben:
“Geen idee, Rebi, maar je gaat het me vast zo meteen vertellen.”
(* In zulke gevallen treedt noodplan B in werking, wat betekent dat we telefonisch gaan overleggen met de Nederlandse afzender over wat er moet gaan gebeuren met zijn/haar op dat moment naar Sovata onderweg zijnde goederen en/of voedselbonnen: geven we het aan de nabestaanden - voor zover aanwezig en/of snel opspoorbaar - ? moet alles weer retour afzender ? of moeten we meteen maar een nieuw "geschikt" adres opzoeken ?)
---------------
Sarateni.
Zo'n 15 jaar geleden heeft de Stichting er een huisarts-dependance gerealiseerd. Fungeerde tevens als apotheekje en postkantoortje.
Behoorde vroeger tot de gemeente Sovata en was in die tijd duidelijk het ondergeschoven kind, vonden de inwoners.
Die moesten in de 90er jaren de door het water weggeslagen oude (overkapte) brug over de rivier maar zélf zien te vernieuwen. Wat uiteindelijk gelukt is ! Sovata regelde nog wel een peleton Roemeense genie voor de uitvoering, maar de inwoners moesten zélf voor het hout zorgen en zélf de genie-manschappen onderdak en voedsel verschaffen.
Sinds enige tijd is Sarateni een zelfstandige gemeente, nog steeds bij de "postbestellers" van de Stichting bekend en berucht door de wijk Hostad, waar de armsten van de armsten wonen, voornamelijk Roma.
J. en ik steken de brug over. Wij bezoeken vandaag de wijk Pesta Apa, wat Aan de andere kant van het Water (i.c. de rivier) betekent.
Pesta Apa is niet meer dan een zooitje armzalige huisjes langs een drietal holle wegen in de plooien van de helling, bezaaid met keien, blootgespoeld door regen en smeltwater. Naar boven sjokkend zien we de doorgang geblokkeerd door een beginnende uitvaart. Dragers, kist en familie zijn nog binnen; een paar belangstellenden - niet zoveel overigens - hebben zich al in een rij opgesteld buiten de poort. Kan dus niet lang meer duren voordat de stoet bergafwaarts richting kerk en kerkhof zal vertrekken.
Uit piëteit en nieuwsgierigheid besluiten we om even te wachten.
De overledene blijkt het overgrote deel van de trip naar zijn laatste rustplaats gedragen te moeten worden, want het holle, hobbelige pad naar beneden, de brug met z'n op- en afstapje, de steile, twee meter hoge spoorwegovergang en de rest van de van kuilen voorziene en met keien bezaaide route lenen zich bepaald niet voor een waardig, schok- en schommelvrij transport per paardenkar of vrachtwagentje. De kist gaat op twee stokken, vastgehouden door vier dragers, twee aan elke kant van de kist. Meteen daarachter een treurende vrouw, gezicht bedekt door een zwarte sluier.
We herkennen een enkeling in de stoet: bezoeken we ieder jaar. Die we niet zo gauw als "klant" herkennen, maken zich kenbaar door de gretigheid waarmee hun ogen zich fixeren op de witte enveloppen in onze handen. Een enkeling raakt er zichtbaar door van zijn à propos. Je ziet hen denken: jeetje, daar is m'n envelop, die gaat naar mijn huis, waar nu niemand thuis is want ik loop hier, en ik kan het niet maken om nu uit de rij te stappen ! Als dat maar goed gaat !!
Het valt me op dat, in tegenstelling tot wat ik bij vorige begrafenissen heb ervaren, opvallend weinig directe buren van de overledene meelopen. Ik zie namelijk heel wat vanaf hun erf naar de stoet kijken, op afstand. Zoals die oude buurvrouw, die vanaf de overkant van het pad haar nieuwsgierigheid moet verdelen over stoet en ons.
Vreemd. Moet wel een verhaal bij horen. Was de overledene misschien een absolute loner of niet erg geliefd in de buurt ?
Ik heb het er naderhand met I. over; die had net het ooggetuigenverslag van A., onze vertaalster tijdens onze tocht, tot in alle details gekregen. Zij vertelt me, dat de overledene de schoonmoeder was van de voormalige directeur van de Ikea-fabriek in Sarateni en de gesluierde vrouw achter de kist haar dochter, de echtgenote van die bewuste directeur. Het was voor het eerst sinds lange tijd dat zij zich weer eens in Sarateni liet zien. Dat zij dat durfde ! Ik knik begrijpend, want ik ken het verhaal van die directeur.
Die ging er jaren geleden met de kas vandoor. Nam samen met z'n vrouw de wijk naar Frankrijk en dook onder. Was de veroorzaker van de prompte sluiting van de fabriek, de enige grote werkgever in het plaatsje. Tientallen werknemers zaten van de ene op de andere dag zonder werk. Het dorp zwoer de man te zullen lynchen als die het lef had z'n schoonmoeder te bezoeken.
De man heeft overigens niet lang van z'n buit kunnen genieten, want stierf volgens de berichten in den vreemde kort na z'n vlucht.
Ik begrijp nu dat dit voor Sarateni en haar bewoners een memorabele begrafenis is. Hier zal nog vaak en lang over gesproken worden.
Rebi zou het graag hebben willen meemaken.
Casa de ajutor reciproc.
Ik passeer voor het zoveelste jaar en de zoveelste keer het kantoor van de casa de ajutor reciproc a pensionarilor, een heus pensioenfonds , tevens begrafenisverzekering, en en zie tot mijn verbazing een een dichte doodskist in de hoek van het tuintje. Vreemde plek!
Verwacht ze eigenlijk meer in de plaatselijke winkel van sinkel, rechtop staand te midden van de bezems, de potten latex, de plastic teilen en emmers, de rubberlaarzen en de vishengels . Maar niet hier, plompverloren in het natte gras !
Is trouwens een mooie. Fraai stuk ambachtelijk werk. Moet aannemen dat-ie leeg is, klop er voor alle zekerheid eens tegen: klopt, leeg !
Ben erg nieuwsgierig naar de reden van zijn aanwezigheid, zo opvallend langs het pad naar het kantoortje. Reclame van de kistenmaker misschien ("U mag 'm passen, hoor !")? Soort "memento mori" ("Vandaag hij, morgen gij; dus a.u.b. snel nog effe uw premie betalen")? Een weekaanbieding? Of een op het verkeerde adres afgeleverde postorderbestelling?
Ik kan het niet nalaten om binnen even te gaan informeren.
Uit het gebrekkige Engels van de dame achter het loket begrijp ik na enige tijd dat de kist bedoeld is voor een overledene. Ik knik haar toe dat ik me dat goed kan voorstellen en vraag nogmaals wat-ie daar buiten in het gras doet. Na haar moeizaam geformuleerde antwoord, dat het gras inderdaad eens een keer gemaaid zal moeten worden, doe ik geduldig hernieuwde pogingen om achter het verhaal van de kist te komen. Nadat ze beaamd heeft dat het een spiksplinternieuwe is, komt ze eindelijk bij de pointe. Welnu, de kist moet worden opgehaald door de zoon van een overleden iemand die bij het fonds was aangesloten. Als ik vervolgens uit haar woorden begrijp dat die overleden iemand al een paar dagen geleden begraven is, snap ik er helemaal niets meer van, en haak af.
Ik laat het de dag daarna nog eens vragen door Z. Maar nu in het Roemeens.
Z.'s rapport nadien komt er op neer dat de uitvaartverzekering van het overleden fonds-lid in een kist voorzag, maar dat die kist - de bewuste kist in het gras - niet door de nabestaanden hoefde te worden gebruikt. De overleden vrouw had namelijk al zélf bij leven en welzijn een kist gekocht, een die beantwoordde aan haar smaak, een veel sjiekere, dit alles om er zeker van te zijn dat ze in een hààr, en niet een de familie passend omhulsel ter aarde zou worden besteld. Kennelijk vertrouwde ze haar familie voor geen meter op dit punt.
De dame achter het loket heeft geen idee wat ze met dat ding in de tuin aan moet.
Ik zie er van af om haar de suggestie aan de hand te gaan doen om 'm een metallic kleurtje te geven en 'm te verkopen als ski-box voor op de imperiaal.
Ik ben namelijk van mening dat eenieder recht heeft op z'n eigen probleem.
BS'ers
Ook Sovata heeft z'n beroemdheden. In mijn ogen heeft de stad er zelfs zeer vele.
Neem nou Berta, dik in de zeventig, wonend hoog boven in Sacadat, op het meest afgelegen plekje binnen ons werkgebied. Presteert het om trouw elke zondag te voet naar het kerkje langs de Lunga te sloffen, een tocht van 5,7 km heen en 5,7 km terug - ik heb het nagemeten - . Eerst zowat 1 km over een grofstenig pad steil naar beneden, dan een kleine 5 km over de licht aflopende asfaltweg tot aan de kerk. Na de eindzegen hetzelfde traject in omgekeerde richting, nu omhoog. Niet alleen voor een getraind iemand, maar zelfs voor onze 4-wheel een hele klus.
Ze vertrouwde me onlangs toe dat het haar onderhand toch wel erg zwaar begint te vallen. Soms heeft ze het geluk een lift van een voerman te krijgen, maar die zijn er helaas niet zo vaak op zondag. Meestentijds is het lopen geblazen, en hoewel ze nog zeer kras ter been is - snel is wat anders - , is ze gemiddeld zo'n 5 uur reistijd kwijt. Reken daarbij het zondagse optutten en de diensttijd erbij en je kunt je voorstellen dat de hele zondag in het teken van De Heer staat.
Haar man gaat al lang niet meer mee. Hartpatiënt. Redt het niet meer naar beneden, laat staan terug naar boven. Vindt Berta niet zo leuk, om meer dan een reden: ze verdenkt hem ervan dat-ie gedurende haar kerkgang iedere keer weer uitgebreid z'n voorraad Palinka test.
Van Berta krijg ik altijd appeltjes, die ze in de onderaardse opslagkelder heeft liggen. Iedere bezoeker krijgt er een. Berta is een van de aardigste en liefste mensen die ik ken.
Iren idem dito. Is pas ergens in de 50, geloof ik, maar ziet er uit als 70.
Iren strooit ook altijd royaal met appeltjes. Bij iedere ontmoeting hetzelfde ritueel.
Peertjes heb ik bij haar nog nooit gescoord.
Ze woont in een 3 bij 3-houten huisje in Morii. Woont er al lange tijd alleen.
Iren is een kleintje. Is niet hoger dan, pak weg, 1,20 mtr. (met schoenen aan). Haar mond is volslagen tandeloos. Het grootste deel van de dag loopt ze over straat, haar boodschappen-plastic-zak bijna over de grond slepend want kan 'm niet hoog genoeg houden. Loopt aanhoudend te mopperen, hoofdzakelijk in zichzelf. Niet zonder reden, overigens, want ik weet dat ze al sinds jaar en dag geterroriseerd wordt door haar zoon en haar dochter die naast haar wonen. Haar enige bezigheid binnenshuis is het hoeden van de kleinkinderen.
Van Iren koop ik soms een zakje zonnebloempitten. Verkoopt ze 's zondags bij de ingang van het Mobila-voetbalveld.
Zal volgende keer eens haar levensverhaal opschrijven.
Kan niet anders dan boeiend zijn.
Zal ik ook 'ns doen van Mihai uit Iliesi, "Magyari" Mihai zoals ze hem daar noemen. Heeft ooit een hersenbloeding gehad en beweegt en praat daardoor heel moeizaam. Fabriceert mini-huifkarretjes (voor de verkoop) in z'n werkplaatsje. Heeft werktekeningen van door waterkracht aan te drijven machines op de muur geschilderd.
En zo zijn er talloze mensen wier levensverhaal het waard is verteld te worden.
Niet zozeer ter vermaeck, maar eerder ter leering !
Wordt vervolgd.