Hij is vaste vrijwilliger van het team dat in november persoonlijk de uitnodigingen voor het ophalen van de hulpgoederen bij de families thuisbezorgt. In die hoedanigheid wordt Sjef Goërtz keer op keer geconfronteerd met het echte Roemenië. Hij vertoeft meer dan drie weken tussen de families. Een goede manier om eens even achter de façades te kijken. Met zijn heel eigen, humoristische kijk op het leven in Roemenië weet hij daar erg smakelijk over te vertellen.
Watersnood
Vrijdag. Vriesweer.
De Strada Teilor is deze ochtend afgesloten voor doorgaand verkeer, zelfs voor voetgangers.
Ter hoogte van de doorsteek naar Gara Mica is een wat roestige graafmachine net begonnen het wegdek open te breken. De bestuurder, tevens uitvoerder van het werk, geniet zichtbaar van het geweld dat hij mag toepassen. Gelet op z’n jack met de rugtekst RAVESTIJN SCHADEAUTOS KUDELSTAART vindt hij het kennelijk belangrijker z’n internationale kontakten te showen dan de naam van z’n eigen firma.
De rest van de ploeg wacht af, op eerbiedige afstand, leunend op hun pikhouwelen, brede schoppen en bezems. Voetvolk. Dagloners. Voor het overgrote deel hasz-zigeuners uit Iliesi, Capeti en Hostad. Onder hen een viertal vrouwen.
De echte baas van het spul - als zodanig herkenbaar aan z’n Ceauscescu-mutsje en z’n spiksplinternieuwe gele rubberen laarzen - blijkt bereid om mij, met gebruik van 20% roemeens, 3% hongaars (met tegenzin !), 0,5% engels en 76,5% handen- en voetenwerk, uit te leggen dat de rioolbuis, daar waar deze de Teilor oversteekt, zo goed als zeker gebroken en verstopt is waardoor de vuilwaterafvoer van de wijk Petöfi Sandor is geblokkeerd en de bewoners in de stank zitten. Z’n opdracht is om een sleuf van 3 meter breed en 4 meter diep te graven om bij het kapotte segment te kunnen komen.
Makkie, meneer ! Klus van niks ! Voor het eind van de middag gepiept ! Zeker met deze graafmachine ! Vorige maand in Duitsland op de kop getikt voor € 2.000 !
Het is tegen vijven en al bijna helemaal donker als ik op weg naar huis de Teilor weer passeer.
Die blijkt nog steeds afgesloten !
Halverwege de licht omhoog lopende straat, ter hoogte van de doorsteek naar de Gara Mica, daar waar volgens de voorspelling van deze ochtend de klus geklaard, de sleuf dichtgegooid en het asfalt weer dicht-gelegpuzzeld hoort te zijn, ontwaar ik een grote schare toeschouwers, bijgelicht door de koplampen van de graafmachine, te midden van een gigantische hoop modder.
Ik stuit op de baas van het spul met z’n inmiddels iets minder spiksplinternieuwe en iets minder gele rubberen laarzen. Hij is zichtbaar de controle kwijt. Vloekt en tiert in z’n roze mobieltje. Paniek in z’n ogen.
Wat blijkt ?
Volgens een ooggetuige had de uitvoerder tijdens z’n graafwerkzaamheden een naast het kaduke rioolsegment gelegen waterleiding over het hoofd gezien en deze een metertje-of-wat omhoog getrokken. Er zat een forse knik in.
Het voetvolk had geamuseerd - geen leuker vermaak dan leedvermaak ! - de uitvoerder aangekeken en deze op zijn beurt z’n baas. Wat nu ?
De baas had eerst schielijk om zich heen gekeken - géén gemeenteopzichters, géén journalisten en fotografen, weinig kijkers - en had vervolgens z’n uitvoerder de suggestie aan de hand gedaan om een vijftal manschappen in de sleuf te laten afdalen om de knik in de leiding weer terug te buigen, d.w.z. naast elkaar staand, met hun gezamenlijke gewicht van pak weg 300 kilo, zó lang synchroon op de pijp op en neer te laten springen totdat deze weer keurig in één lijn was komen te liggen.
De uitvoerder had het een briljant idee gevonden en subiet navenant gehandeld.
En het was nog prima gelukt ook ! Niks aan het handje, dus !
Wél, dus !
Bij het dichtgooien van de sleuf, zo rond een uur of half vier, meende iemand van de omstanders op de plaats van de voormalige knik een paar druppeltjes schoon water te zien, had z’n vingertje opgestoken en had een mogelijk scheurtje gesuggereerd. De baas had er niet van willen weten en had verordonneerd de sleuf zo snel mogelijk dicht te schuiven.
Maar gaande de opvulwerkzaamheden was het piepkleine gaatje blijkbaar een gat geworden, want eerst was de modder ter plekke een beetje gaan borrelen, maar alras was de sleuf begonnen zich in rap tempo met water te vullen.
De baas had het werk stil gelegd om na te kunnen denken.
Snelheid was evenwel geboden, want, eenmaal vol, zou de sleuf naar verloop van tijd overlopen en zou het water richting de aantakking van de Teilor op de Principala stromen, uitwaaierend over de hele wegbreedte. Daar kon-ie op wachten !
En dat deden de omstanders dan ook ! In het volste vertrouwen dat het ging lukken: bij dit vriesweer lag een prachtige ijsbaan in het verschiet !
Op het moment dat ik me onder de toeschouwers meng, staat het water nog zo’n 10 centimeter onder de rand.
Enkele wizzkids die het stijgingstempo al een tijdje hebben bijgehouden, hebben berekend dat de maat binnen een stief kwartiertje vol zal zijn.
Ik ben dus nog ruimschoots op tijd voor de show !
De baas, er achter dat hij de watertoevoer zo snel mogelijk moet zien te stoppen, heeft inmiddels twee putdekseltjes in de nabijheid ontdekt, waaronder afsluiters. Zijn probleem is evenwel dat hij a. niet weet of die afsluiters wel bij de waterleiding horen, b. als hij dat al te weten komt, niet weet wélke van de twee afsluiters dichtgedraaid moet worden, en c. als-ie ook dát al aan de weet zou komen, waar hij dan de benodigde speciale draaisleutel vandaan moet halen.
Om antwoord op al die vragen te krijgen belt hij nu als een gek in het rond, maar gelet op z’n gevloek en getier, zonder succes. Vrijdagmiddag, meneer !
Op hulp en bijstand van het publiek hoeft hij niet te rekenen. Dat wil voor geen goud het slot van de voorstelling missen.
Naarmate het waterniveau de sleufrand nadert stijgt de spanning, neemt de schare toeschouwers in omvang toe en groeit het leedvermaak rechtevenredig: wat zal die blaaskaak met z’n spiksplinternieuwe gele rubberen laarzen straks op z’n donder krijgen !
Ik krijg de indruk dat her en der weddenschappen-om-een-biertje worden afgesloten.
Nog nét geen tromgeroffel !
Maar helaas !
Op het moment suprême - het publiek stond al op de banken - vindt de baas van het spul het ei van Columbus en geeft de uitvoerder met z’n Ravestijn-jack, wiens voornaamste rol op de set in het afgelopen half uurtje die van belichtingsman was geweest, opdracht om als de wiedeweerga de zo net nog in de sleuf gestorte klei maar weer eruit te lepelen om daardoor én de waterberging te vergroten én tijd te winnen.
De toeschouwers zijn zicht- en hoorbaar teleurgesteld. Dat-ie, potdomme, tóch nog zelf op het slimme idee is gekomen dat ze zelf al hadden bedacht, maar zorgvuldig achter de kiezen hadden gehouden !
Afknapper ! Wég spannend avondje !
Als even daarna ook nog eens iemand van het waterleidingbedrijf - met spiksplinternieuwe witte rubberen laarzen - met een draaisleutel ten tonele verschijnt, is de anticlimax compleet.
De kijkers beseffen dat de show nu helemaal over is, realiseren zich hoe laat en koud het inmiddels is geworden en zijn binnen twee minuten verdwenen, naar huis voor de buis met de eeuwige Braziliaanse soaps; kijken naar wat ze niet hebben, zich vergapen aan de weelde die wel voor eeuwig voor hen onbereikbaar zal blijven.De baas van het spul kan nu wel weer lachen, maar heeft toch duidelijk geen schik.
Hem wacht nog een vervelende nasleep. En een verloren weekend.
Ik spoed me, nagenoeg zorgeloos, naar huis, naar ons tijdelijke hoofdkantoor, Sjakie’s house.
Pensioen
Uiteraard weer even naar de kapper geweest.
Potje met alcohol (om de kammetjes na gebruik te desinfecteren) is nog steeds in gebruik.
Moest vijf minuten wachten, want de ene kapster was bezig om de andere te kappen.
Bovendien moest tussendoor de achter-buurvrouw van het naaiateliertje aan de Petöfi-kant van heet theewater uit het boilertje worden voorzien.
Terwijl ze ook als laatste onderdeel van de total-care-behandeling de nagels van haar collega lakt, informeert ze bij me of Kees van Ria er ook weer is. De dochter van haar zus blijkt zo’n jaar of tien geleden bij hen op kindervakantie te zijn geweest.
Mijn knipbeurt verloopt snel en pijnloos. Ik moet dit keer 8 RON betalen.
Volgens mijn database betaalde ik vorig jaar 7.
Eenmaal weer buiten loop ik M., de postbode, tegen het lijf. Voor de zoveelste keer.
Hij grijnst en klopt veelbetekenend op de glimmende dikgevulde tas die voor z’n buik hangt.
De maandelijkse pensioenuitkeringen !
Vroeger wilde hij me nog wel eens in vertrouwen vertellen hoeveel miljoen hij bij zich droeg, maar vandaag de dag mag dat niet meer. Strikte voorschriften van de Posterijen. De starf ? Ontslag op staande voet !
Algemeen bekende, officiële gegevens mag hij wél kwijt, en ook z’n eigen interpretatie van die gegevens en speculaties daaromtrent mag hij vrijuit ventileren.
Zoals.
* Het gemiddelde maand-pensioen bedraagt 732 RON, d.i. circa € 175,=.
* Het officiële minimum ligt op ongeveer € 83,50 per maand. Het officiële maximum rond
€ 500,=.
Maar alom is bekend, volgens M., dat sommige parlementsleden wel 10 x dit maximum krijgen. Mijnheer Basescu - in november 2009 in de race om als president herkozen te worden en in december daaropvolgend na hertelling van de stemmen inderdaad opnieuw president - had volgens M. in zijn verkiezingscampagne aangekondigd dat hij, eenmaal herkozen, alles in het werk zou stellen om de pensioenen ook voor parlementsleden te maximeren op 7 x 732 RON, zeg € 1.220,= per maand. Hij zou hiervoor een deel van het door het IMF toegezegde steunkrediet van 20 miljard euro inzetten.
“Mooi weer spelen !” foetert M.: “Basescu weet donder goed dat dat feest niet door kan gaan, want hij weet al dat-ie dat krediet niet krijgt, omdat de staatsfinanciën nog steeds niet op orde zijn, de corruptie nog steeds welig tiert en de rechtspraak nog steeds een zooitje is !”.
“Overigens ..” - en nu spugen z’n ogen vuur - “ …hoorde net nog dat op de begroting van de Posterijen al rekening wordt gehouden met een salarisverhoging van mijn hoogste baas, de directeur van de Posterijen, met 500 % ! Hoor je ‘t goed ? VIJF-HONDERD PROCENT !!!!!!!! Allemachtig, wat ‘n land !”.
Ik laat hem rustig tekeer gaan en noteer enkel wat hij zegt.
(Heb thuis de ontwikkelingen gevolgd: volgens de berichten is de begroting inmiddels ongewijzigd aangenomen: het maandsalaris van directeuren van staatsbedrijven - in 2009: ca 5.000 RON - wordt verhoogd naar ca 30.000 RON (!); tevens ligt er een voorstel om dit jaar, 2010, de pensioenen boven de 1.000 RON met 15% te verlagen; moet op het moment van het schrijven van dit stukje nog in stemming gebracht worden.)
Ik concentreer me intussen op het minimum-pensioenbedrag van € 83,50 per maand.
Geen vetpot, wanneer je nog een gehandicapte zoon in huis hebt, zelf van boven tot onder en van voor tot achteren ziek en hulpbehoevend bent en de medicijnprijzen net weer met 6,5% gestegen zijn, en er een wetsvoorstel van het Ministerie van Gezondheid voorligt om de eigen bijdrage voor medische kosten te verhogen.
Aan de overkant van de straat heeft een ouder zigeuner-echtpaar goed hoorbaar een meningsverschil over wel of niet naar huis gaan.
Ik vraag me hardop af of zij überhaupt wel een pensioentje hebben.
M. verklaart dat dat niet zo is, en hij kan het weten.
Alcoholica
Half tien in de avond. Even een blik werpen in het barretje naast de pizzeria.
Stampvol !
Een heksenketel, gevuld met lawaai en rook.
Het merendeel van de aanwezigen is aardig op weg om in de olie te geraken.
De rest is dat al. Geen koetjes en kalfjes, maar enkel luidruchtige woordenwisselingen, eerder scheldpartijen, kracht bijgezet met loeiharde klappen op tafel. Nergens wordt gelachen. Niks warme deken van gezelligheid.
Behalve mansvolk toch ook nog twee vrouwen: een spichtige, die haar even zwaar beschonken partner wakker probeert te schudden, en een zigeunervrouw, de enige in de ruimte die niet drinkt, een door alle herrie heen slapende baby op haar arm. De zigeunervrouw hoort overduidelijk bij de zwaarbesnorde man met de breedgerande zwarte hoed, die het zoveelste gewillige, want half-zatte slachtoffer heeft gestrikt voor een partijtje schaak (!). Inzet: 10 RON.
De match verloopt in een zeer traag tempo, niet zozeer vanwege het hoge spelniveau van de uitgedaagde als wel door de gevolgen van diens door drank gehandicapte motoriek. Bij elke zet stoot hij steevast de helft van de stukken om. En dan is de vraag: wat stond ook alweer waar ?
De uitdager maakt het kennelijk niet uit waar z’n tegenstander e.e.a. terugzet. Zeker van z’n zaak volgt hij de soap op de zwart-wit-televisie op de koelkast achter de bar.
Gehuil. Zoogtijd.
De zigeunervrouw ontbloot en plein public, te midden van het gevloek en getier om haar heen zonder enige gêne, een van haar borsten en legt de baby aan.
(Zou ze haar tot op de grond reikende gebloemde en geplisseerde lange rokken ook maar enkele centimeters hebben opgetild en voor de aanwezigen een blote enkel zichtbaar hebben gemaakt, zou ze zo goed als zeker door haar man het etablissement uit geranseld zijn en vervolgens door de zigeunergemeenschap het dorp uit zijn gejaagd. Maar dit even terzijde.)
Het kind reageert in het geheel niet op de herrie om hem heen, ook niet wanneer een van de drinkebroers achter de vrouw met één armbeweging eerst de lege glazen en flessen van z’n eigen tafeltje en vervolgens ook het glaswerk van buurman’s tafeltje veegt.
Dhet sabbelt ongestoord verder, terwijl de barjuffrouw voor de zoveelste keer bevestigd ziet dat drank meer kapot maakt dan de bareigenaar lief is.
Ik kan de sfeer en het publiek niet bepaald gezellig vinden en besluit af te nokken.
Dan valt m’n oog op het bordje áchter de televisie op de koelkast achter de bar met de tekst: nu servim bauturi alcoolice personalor in stare de ebrietate, wat zoveel wil zeggen als: wij verstrekken geen alcoholische dranken aan personen in staat van dronkenschap.
Een gotspe !
Worden in de diverse kroegen die Sovata rijk is al veel alcoholica genuttigd, vlak ook het huis-, tuin- en keukengebruik niet uit.
Vrolijkstemmende of trieststemmende gebeurtenissen, maakt niet uit wat, élke gebeurtenis, al is het de gelukte reparatie van een lekke band, de zeug die drachtig blijkt te zijn, de regen die ophoudt of de komst van visite - trouwens, ook géén lekke band of wél een regenachtige dag of géén visite - is voor de gemiddelde Roemeen een goede reden om het glas te vullen.
Zo valt ook ons jaarlijkse aankloppen met de uitnodiging voor de kerstpakketten onder de categorie “een neutje waard”.
Als de heer des huizes niet in de buurt is, willen de vrouwen je nog wel eens een glaasje limonade of zelfgemaakte bessensap aanbieden of het steelpannetje met koffie-van-eergisteren speciaal voor jou nog eens opwarmen. Maar is-ie er wel, wordt als vanzelfsprekend de Cola-, Sisi- of Fanta-fles met jenever van achter het keukengordijntje vandaan gehaald en worden er snel even twee of drie kleine glaasjes met de schoonst mogelijke punt van de zakdoek of van de schort uitgeveegd.
Tijd voor een stevige borrel.
Nadrukkelijke weigering wordt in de regel niet geaccepteerd, want wordt gezien als onderdeel van het drinkritueel. Roepen dat je nog moet rijden - iedereen weet ervan dat in hun land voor automobilisten een absoluut 0-alcohol-beleid geldt - , wordt verstaan als “ja, graag !”, zoals de mededeling “nou, vooruit dan maar, doe maar een heel klein bodempje !” wordt verstaan als “gooi maar vol, a.u.b. !” .
Voor je het weet sta je dan toch al gauw weer met een tot ver boven de rand gevuld glaasje palinca van zo’n 45 tot 60% in je hand. Vaak al om 9:15 ’s ochtends !
En helaas heeft niet iedereen een rhododendron in z’n keuken.
Vanuit m’n slaapkamerraam op de 1e verdieping van Sjakie’s Huis heb ik een goed zicht op het destilleerapparaat achter het schuurtje van de achterbuurman.
Gisterochtend werd er nog flink gestookt.
Klandestien stoken is als volkssport niet weg te denken uit het leven van de Roemeen.
De enige officiële, legale stokerij in Sovata staat al sinds jaar en dag aan de Principala, op een perceel bedrijfsterrein onder de oude spoorbrug.
De stokers hebben een gemeentelijke vergunning.
Ik ben er weer eens gaan kijken toen ik hoorde dat de boel vernieuwd was, samen met M., de postbode, vroeger een notoire innemer, nu, sinds z’n lever volledig naar de ratsmodee is, consequente geheelonthouder.
Het achterterrein staat in dit jaargetijde stampvol met stapels stookhout en drums vol gistende appel-, peren-, pruimen- en andere fruit-pulp.
Ik sluit even m’n ogen, geniet van de bedwelmende geur en geef me over aan mooie, nostalgische herinneringen aanNormandië, aan de rijen vrachtwagens vol rottende appeltjes, op weg naar de cider-, pommeau- en calvados-fabrieken en -stokerijen, en aan Zuid-Limburg, aan de rinse lucht rond de stroopfabriek van Canisius in Schinnen.
Ik heb vervolgens voor u de navolgende gegevens opgetekend uit de mond van de dienstdoende stoker.
Zijn installatie bestaat uit een gemetselde houtgestookte kachel, daarboven een 400-liter-stookketel van waaruit een koperen leiding in een naaststaand 3000-liter-koelvat verdwijnt om er als kraantje aan de onderkant weer uit te komen, boven een opvangteiltje.
Het principe is simpel: de ketel wordt gevuld met pulp, het houtvuur verhit de boel, de alcoholdamp wordt via de koperen leiding door het koelwater geleid, condenseert daar, en de condens - het destillaat - wordt opgevangen in het teiltje. Voilà !
Op mijn wijsneuzerige vraag of hij het eerste vocht - de voorloop - weggooit, omdat de consumptie ervan, zoals mij werd verteld, in het ongunstigste geval blindheid kan veroorzaken, haalt de stoker z’n schouders op en wisselt, besmuikt grinnikend, veelbetekenende blikken met M., m’n vertaler, vroeger wellicht z’n beste klant.
Die haast zich te verklaren dat dit inderdaad het geval is.
Voordat ik kan vragen wat hij met “ja, dat gebeurt” bedoelt - dat-ie het inderdaad weggooit óf dat je er blind van kunt worden - gaat de stoker weer verder met z’n college.
Elke klant moet zelf de pulp aanleveren en voor stookhout zorgen.
Bij de eerste stook levert een volle 400-liter-stookketel ca 100 liter appel-, 120 liter peren of 160 liter pruimen-destillaat van om en nabij de 22%. Volgens de stoker heet dit tsuica.
Voor het echte sterke spul gaat het eerste destillaat voor een tweede keer de ketel in.
De 100 liter appel levert dan in deze tweede ronde 21 liter, de 120 liter peer 25 liter en de 160 liter pruim 40 liter destillaat op vanom en nabij de 55%: de echte palinca !
In het hoogseizoen - oktober t/m december - wordt zowat dag en nacht gestookt. Per etmaal wordt dan gemakkelijk 150 liter palinca geproduceerd.
Het stook-proces vergt veel tijd. De taak van de stoker is om tussentijds, met een zekere regelmaat, de kwaliteit van het destillaat te testen. Proefondervindelijk.
Op mijn vraag of het hem zwaar valt geeft hij geen antwoord, maar lacht zijn rotte tanden bloot.
Mijn jaarlijkse mede-uitnodigingenbezorger, J.L. te B., en ik werden jaren geleden door M., de postbode, naar een afgelegen adres in Capeti geleid. Daar werd volgens hem de allerbeste palinca uit Sovata en verre omstreken gestookt: de silva-palinca, van louter pruimen.
En, inderdaad, hij had die keer eens niet schromelijk overdreven.
Wat we proefden was wel even wat anders dan de gebruikelijke ruitenwisservloeistof of autoslotenontdooier van andere hobbyisten.
Waarlijk goddelijk spul ! Fluweelzacht op tong en in keel. Zó goddelijk dat we u, lezers, het adres niet kunnen noemen. Mogen er graag jaarlijks zélf even langsgaan om in te kopen.
Niet bepaald deskundig op jenever-gebied - de eerlijkheid gebiedt mij dit toe te geven -, heb ik afgelopen januari tijdens mijn verjaardagspartijtje een slokje laten testen door een goede vriend, niet de eerste de beste, want voorzitter van het Wagenings Jenever Genootschap. Hij was stomverbaasd over de uitstekende kwaliteit.
L., mijn echtgenote, kan er in het geheel niet lyrisch van worden. Al helemaal niet sinds zij, in de veronderstelling dat het een half litertje Spa-blauw was, het flesje had meegenomen naar de fitness.
Op het gevaar af de indruk te wekken dat ik in november hoofdzakelijk geïnteresseerd ben in drank, wil ik u toch tot slot de nieuwste ontwikkeling binnen de drankensector in Sovata niet onthouden.
Voor de doe-het-zelf-wijnbouwers aldaar is het leven namelijk een stuk gemakkelijker geworden door de komst van een Casa Vinului, groot woord voor een wijntapperijtje; een vinotheek, zouden we zeggen.
Klanten kunnen, zoals in cafés met bier voor thuisgebruik, hier zelf meegebrachte lege flessen laten vullen met wijn.
Geen gepruts meer in het schuurtje, geen troebele, op thee lijkende, eeuwig voortgistende zooi meer, maar heldere, doorzichtige klaar-terwijl-u-wacht-wijn, uitgegist en wel, voor een schappelijke prijs.
Feteasca, wijn uit de buurt van Timisoara.
De inventaris van het 10 m2-grote winkeltje bestaat uit 5 vijftig-liter-vaatjes. Je kunt kiezen uit rosé, wit en rood, de laatste twee in de variëteiten dulce (zoet) en demi-dulce (half-zoet).
Wijnen op fles heeft-ie niet.
Ik mag van de zetbaas een glaasje proeven.
Niet slecht !
Zélf neemt hij van elk vat ook maar een slok, zogezegd om de constantheid van de kwaliteit van uur tot uur in de gaten te houden.
Prijs per liter: 6,5 RON, zeg € 1,55.
Lege fles vergeten ? Ter plekke verkrijgbaar voor 1 RON, zeg € 0,25.
Ik begrijp uit zijn verhaal dat het niet goed gaat met de handel.
Bovendien doet de Roemeense Inspectie voor de Drankwetgeving erg moeilijk. Heeft - zoals ook in ons land - te maken met aspekten als “alcoholische drank in ongesloten verpakking” en “proeven om niet”.
Hij vreest dat hij op korte termijn zal moeten sluiten.
Ik vrees dat hij al begonnen is z’n handelsvoorraad zélf op te drinken.
26-8-2010